In de Pastorale Hulpverlening komt het thema vergeving vaak ter sprake. Helaas is het onderwerp een heel eigen leven gaan leiden waardoor er ook een verkeerd beeld van vergeving is ontstaan. Hoe vaak horen we niet dat iemand moet vergeven ongeacht of de ander om vergeving komt vragen? Want vergeven doe je voor jezelf en niet voor degene die je kwaad heeft berokkend. Maar is dit wel de vergeving die de Bijbel ons leert?
Aphiemi & Charizomai
De twee belangrijkste Griekse woorden die de Bijbel gebruikt zijn aphiemi en charizomai. Beide woorden worden met vergeving vertaald in het Nederlands terwijl er toch een verschil in betekenis is vanuit het Grieks.
Het woord aphiemi betekent aflaten, losmaken, scheiden, kwijtschelden, wegzenden. We zouden kunnen zeggen dat de mens van zijn zonden gescheiden kan worden. De zondenlast/schuldenlast wordt weggenomen van de mens. Voordat aphiemi kan plaats vinden moet er echter erkenning van het verkeerde/berouw zijn geweest. In Matt. 18:21-35 leren we dat aphiemi ook voorwaardelijk is. De koning die zijn slaaf veel geld had kwijtgescholden, komt terug op zijn besluit nadat hij merkte dat deze slaaf een ander zijn schuld niet wil kwijtschelden.
Het woord charizomai betekent geven, kwijtschelden, uit genade geven, genadig geven, zich vriendelijk betonen. Eigenlijk is dit de bereidheid om te willen vergeven als de ander daar om vraagt. Charizomai is te begrijpen door te zien dat het een hartsgesteldheid van vergevingsgezindheid is. Jezus had de mensen lief voor de grondlegging der wereld (Joh. 3:16).Hij had de houding van barmhartigheid, liefde en vergevinggezindheid. En ook wij mensen worden opgeroepen om liefdevol met elkaar om te gaan. Coll. 3:13, “Verdraagt elkander en vergeeft (charizomai) elkander…” Eigenlijk gaat charizomai vooraf aan aphiemi. Met de juiste vergevingsgezinde houding (charizomai) kunnen we de ander vergeven (aphiemi) als dat gevraagd wordt. Met charizomai alleen kan de zonden- of schuldenlast niet worden weggenomen. Charizomai is nodig om tot aphiemi te kunnen komen.
Vergeven
Nergens leert de Bijbel dat God zo maar vergeeft (aphiemi). In tegendeel, wij moeten onze zonden belijden en pas dan is Hij getrouw en rechtvaardig om te vergeven ( 1 Joh. 1:9). Wanneer God ons zou vergeven zonder dat er erkenning van schuld is, komen we terecht in de leer van de alverzoening. Deze heeft echter geen Bijbelse grond. God is bereid om te vergeven, maar Hij wacht tot wij onze schuld erkennen en naar Hem toe komen.
Precies hetzelfde geldt voor de verhoudingen tussen de mensen onderling. We moeten vergevingsgezind (charizomai)zijn naar de ander toe, bereid om te vergeven als dat van ons gevraagd wordt. De mens die tegen zijn medemens zondigt en daardoor schuld met zich meedraagt kan vergeven worden door de benadeelde (en bevrijd worden van deze last) door het uitspreken van spijt en berouw (zie ook Luc. 17:3, “Indien uw broeder zondigt, bestraf hem, en indien hij berouw heeft, vergeef hem” ). De mens die vergeven wordt, mag met een schone lei beginnen, bevrijd van schuldgevoelens. Voor degene die vergeving schenkt, is de erkenning van de ander dat er fouten zijn geweest belangrijk. Vergeving schenken opent de deur naar het eigen herstel van de wonden. Vergeving is voor de schuldige en voor de benadeelde de definitieve afwikkeling van wat verkeerd is gegaan tussen beiden.
Overgeven = vergevingsgezind
Hoe zit het nu als er geen vergeving wordt gevraagd? Of als de dader misschien al lang is overleden en geen spijt meer kan betuigen? Blijft dan de benadeelde zitten met de brokken en de pijn? Zal er geen herstel kunnen plaats vinden? Te vaak horen we in het pastoraat dan toch de oproep om maar (eenzijdig) te vergeven want dat doe je immers voor jezelf? Dan kan de pijn tenminste genezen. Maar kan dat eigenlijk wel? Zonder berouw toch vergeven?
Zomaar vergeven terwijl de ander daar niet om vraagt is als het ongestraft laten van een misdaad. Wanneer het wel mogelijk zou zijn dan zou het lijken alsof de zondige daden er niet echt toe doen. Het maakt niet uit wat je doet, (eenzijdige) vergeving zal er toch wel zijn. We hebben al gezien dat de Bijbel dit niet leert. Vergeving ontvangen en vergeving uitspreken is een transactie tussen twee mensen. Er zijn twee partijen actief. Eenzijdig handelen is in deze onmogelijk, dat is geen vergeving. Betekent het dan toch dat een slachtoffer met de ellende en pijn moet blijven leven? Gelukkig is dat niet het geval.
De Bijbel wijst eigenlijk een andere weg waarmee we toch op herstel en heling mogen uitkomen. 1 Petr. 2:19-23 geeft het voorbeeld: “Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden; die als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt..” (zie ook Rom. 12:19).
Jezus riep niet aan het kruis tegen de soldaten: ”ik vergeef jullie!” Hij kon dat niet roepen want ze vroegen niet om vergeving, ze toonden geen spijt en berouw. Hij riep als een gebed naar zijn Vader: “ Vader vergeef het hun (als het mogelijk is) ze weten niet wat ze doen”. Ook Jezus gaf het over (gaf het oordeel over het kwaad door) aan Zijn Vader. Overgeven, doorgeven betekent dat we het zelf mogen loslaten. Het is niet langer in onze handen, het is niet langer onze zaak, God zal het afhandelen met de schuldenaar.
Laten we de roep om eenzijdig te vergeven niet langer laten horen in het pastoraat. Het doet afbreuk aan de ernst van schuld en zonde. Het brengt velen die met pijn en wonden rondlopen in een onmogelijke spagaat. We willen de boodschap van herstel en genezing laten horen door het kwaad los te laten en over te geven aan Hem die rechtvaardig oordeelt.
Geschreven door: Henriëtte van Nes, opleider Opleiding Pastorale Hulpverlening
Stichting Ex It, Zwijndrecht
Hoewel ik de standpunten begrijp kom ik mensen tegen die door deze benadering van vergeving met hun woord blijven rondlopen, wachtend tot een ander de eerste stap zet. Ook worstelen mensen dat ze vergeving hebben geschonken aan de dader en er niet op terug mogen komen. ‘Ik heb je toch om vergeving gevraagd en vergeven is toch vergeven? Moet je er dan weer over beginnen?’ Zomaar twee voorbeelden uit de praktijk.
Als ik in de Bijbel lees zie ik dat Jezus vergeving vraagt voor de menigte die Hem kruisigt, Bij Stefanus evenzo. De menigte was in beide situatie op hun dood uit. Geestelijk wordt er door eenzijdige of plaatsvervangend vergeving schenken een verschuiving in gang gezet die een opening tot herstel geeft.
En dat is wat mij de kern lijkt. Iemand die er een rotzooi van heeft gemaakt wordt krijgt de ruimte om te erkennen dat hij er een troep van heeft gemaakt. Als hij dit erkent kan hij vergeving krijgen, de morele vrijzetting en de geestelijke vrijzetting van deze daad. Dit ontslaat niet om de rotzooi alsnog op te ruimen en te herstellen wat er mogelijk is. Net zolang tot het slachtoffer weer in vrijheid verder kan. Dan meent iemand ook dat hij vergeving vraagt. Er zit dan een bekering van het gedrag onder wat tot uiting komt in de daad van herstel richting slachtoffer.
Om het voor mensen begrijpelijk te houden spreek ik liever over de termen vergeving en verzoening. Door de ander te vergeven zet je de ander en jezelf geestelijk vrij en krijg je mentaal ook ruimte. Als er sprake kan zijn van een verzoeningsproces dan kan er verdere heling en herstel komen, zowel in de relatie als persoonlijk.
Hartelijk dank voor je reactie. Er lopen denk ik nu een paar dingen door elkaar heen, ook zaken waar ik in mijn blog niet over heb gesproken. Uiteraard is het altijd het hoogste goed om verzoening na te streven. Maar in mijn blog heb ik de verzoening geheel buiten beschouwing gelaten en ook het voortraject voordat er van vergeving (op de juiste manier na berouw) of het overgeven (zonder voorafgaand berouw) sprake is. Idealiter is er vooraf een gesprek over het gebeurde waarin er berouw kan worden getoond door iemand die verkeerde dingen heeft gedaan (de kern van uw reactie). Dan kan er gewoon worden vergeven omdat er erkenning van schuld is (wat nodig is voordat er vergeving geschonken kan worden). Daarna kan er verder gesproken worden en hopelijk kan er dan een verzoening tot stand komen. Dit is niet altijd haalbaar maar des te mooier als dat wel zou plaatsvinden.
De twee woorden die ik gebruikte waren vergevingsgezindheid (de juiste houding- charizomai) om tot vergeving (aphiemi) te kunnen overgaan als daarom gevraagd wordt. Daarna kan er pas verzoening komen. De twee verschillende Griekse woorden die in onze Nederlandse Bijbels alle twee met ‘vergeving’ worden vertaald heb ik uit elkaar willen halen om daardoor hun letterlijke betekenis beter te laten uitkomen. De een is een houding en de ander is de daad van vergeving. Jezus en ook Stefanus riepen niet: ‘ik vergeef jullie’ (hadden ze gedaan als eenzijdige vergeving de manier zou zijn). Maar beiden gaven het juist over aan God, het was hun vraag, hun gebed aan God. Bijbelser navolging kan ik me niet bedenken. En voor mij is de kern dat iemand niet opgeroepen hoeft te worden om te vergeven als er geen berouw wordt getoond. Het overgeven aan God betekent dat God met de schuldige het verder af zal handelen op rechtvaardige wijze. De praktijk leert dat dit voor veel mensen een makkelijker route van herstel betekent . Het is makkelijker om het in Gods handen te leggen dan om zover te kunnen komen tot een niet Bijbelse manier van eenzijdige vergeving. Alleen na berouw kan er zicht op verzoening komen.
Henriëtte van Nes